20 jaar geleden vlogen twee gekaapte vliegtuigen recht op de Twin Towers af, met als gevolg een drieduizendtal onschuldige doden. In de twintig jaar die daarna volgden zijn er nog eens duizenden gevallen en miljoenen mensen moesten vluchten. Er is heel wat veranderd op vlak van internationaal politiek.
11 september 2001 werd en wordt nog steeds door velen gezien als een politieke ommekeer. Hetgeen wat toen gebeurde, heeft de internationale beleid van vele landen doen veranderen. Aan de ene kant had je het westen waar bijna een islam-gekte ontstond, en aan de andere kant de islamwereld die de bedoelingen van het westen niet meer vertrouwde.
Wat ons in dit verhaal vooral ook bijbleef is het feit dat de bezorgdheid tegenover de islam en de moslims enorm groeide en deze “bezorgdheid” bovenaan de agenda van het Westen zette. “Bezorgdheid dat zelfs door sommige kringen als “wantrouwen” werd omschreven.
Naast deze bezorgdheid zijn er ook, zoals het hoort in dergelijke situaties, overdreven “complottheorieën” ontstaan. Deze theorieën waren dan ook de beste voeding voor “The Clash of Civilisations”. We gaan hier niet alle theorieën opsommen, maar in de meeste gevallen werd er beweerd dat de CIA en/of de MOSSAD achter deze terreuraanvallen zaten. De waarheid kennen we nog steeds niet. Wat we wel weten, en vooral gevoeld hebben, is de angstcultuur jegens de moslims maar vooral ook voor het onbekende.
Van de hoofddoekendiscussie in ons land tot het minarettenverbod in Zwitserland; de westerse wereld is zich sinds 9/11 erg bewust geworden van de aanwezigheid van de islam in de samenleving. De terreuraanslagen op de VS hebben bij velen zelfs een cultuur van angst gecreëerd, waarbij moslims als bedreigend ervaren worden, zelfs al wonen ze sinds generaties lang in onze contreien.
Ook politie en veiligheidsdiensten zijn extra alert geworden. Je merkt het bij identiteitscontroles op straat of bij het checken van passagiers op de luchthaven. Het tegenhouden en fouilleren van verdachte personen gebeurt vaker op basis van uiterlijk dan van informatie. Veiligheid werd een obsessie in vele landen en op vele plaatsen.
Religies en culturen zijn nog nooit eerder zo in de belangstelling geweest zoals vandaag in de 21ste eeuw. Er zijn er die geloven dat religies en culturen, of zelfs beschavingen botsen met elkaar. Er zijn er zelfs die in naam van hun religie de gekste uitspraken doen en de gekste acties ondernemen waar wij allemaal de maatschappelijke factuur van betalen. Er is anno 2021 veel moed nodig om tegen deze stromingen in te gaan en te pleiten voor dialoog.
Concreet betekent dit de wil om te praten met elkaar, om respect te betonen en uit te spreken voor onze verschillen, maar dialoog is ook een zoektocht naar onze gelijkenissen.
Geen enkel individu heeft de waarheid in pacht; wij met zijn allen hebben stukjes van de puzzel in onze handen en harten en het is pas door het samenbrengen van alle stukjes van de puzzel dat we zullen komen tot het geheel.
De aanwezigheid van moslims in Europa is een uitdaging voor ons allen, enerzijds voor de Europeanen die hier altijd woonden en zullen wonen en anderzijds voor de moslims die zelf de invloed van het westerse denken ondergaan. De identiteit van de oorspronkelijke bewoners en van de nieuwkomers wijzigt door die uitwisseling.
We zien dat moslimgeleerden het westerse denken bestuderen en christelijke Europeanen zich verdiepen in de islam. Die wederzijdse ontmoeting laat niemand onberoerd, maar daar kan uiteindelijk iets positiefs uit voortkomen. We zitten voorlopig nog in het spanningsveld waarbij het samenleven vaak pijnlijk verloopt, maar ons afzonderen van de andere is niet de oplossing om van deze pijn af te geraken. We zijn afhankelijk van elkaar, dus is gettovorming onrealistisch.
Sommigen zien de aanwezigheid van andere religies als een gevaar maar wij ervaren het juist als een kans. Zowel de interculturele als interreligieuze en interlevensbeschouwelijke dialoog kan je eigen geloof versterken.
De dialoog, de ontmoeting of de uitwisseling is misschien wel confronterend maar het versterkt ook tegelijkertijd de eigen identiteit. Door de ander leren we onszelf beter leren kennen. Het beter begrijpen van elkaar is voor scholen en universiteiten, in de opvoeding en waar dan ook in de samenleving, tegelijk een politieke en pedagogische opgave.
Prof Rik Coolsaet schrijft ergens in zijn boek “de geschiedenis van de wereld van morgen” het volgende:
- Er is nood aan een samenleving met gemeenschapsgevoel, niet aan een bende individualisten.
Coolsaet heeft gelijk. Ofwel leren we samenleven, ofwel geven we ons over aan een bende individualisten en populisten. Willen we samenleven of samenbeven?
Robert Lemm, een Nederlandse schrijver schrijft in één van zijn boeken dat hij eerst dacht dat Johannes Paulus II gek was geworden, omwille van zijn dialooginitiatieven. “Later heb ik beseft dat de weg van Johannes Paulus II voor de toenadering tot de Islam puur profetisch is” zegt hij verder.
In 2007 zegt Benedictus de 16e dat we “uit respect voor de verschillen tussen de godsdiensten allemaal geroepen zijn te werken voor vrede en ons in te zetten voor de verzoening tussen de volkeren”. Hij noemt dit de Geest van Assisi.
Wel, dezelfde geest, maar dan die van Medina, zie je ook sterker worden in de islamwereld. Meer en meer komt ook in islamwereld het besef naar boven dat we met elkaar moeten samenleven. Dat we elkaar kennen, elkanders noden kennen.
Eén van onze inspiratiebronnen, Fethullah Gülen, benadrukt in vele boeken dat de moslimjongeren vandaag de dag een soort jihad moeten opzetten voor modernisatie. Ook de zelfkritiek die hij durft uiten werd jaren geleden als “gewaagd” beschouwd, maar vandaag zijn deze woorden meer dan welkom in de islamwereld.
Hij was één van de eerste die scherpe kritiek uitte op 11 september:
“Een terrorist kan geen moslim zijn en een moslim kan geen terrorist zijn” waren zijn woorden. Zo scherp was hij, vlak na 11 september.
Gülen werd ook verkeerd begrepen toen hij zei dat hij het hartverscheurend vond, na beelden gezien te hebben van een bomaanval in Jeruzalem op een schoolbusje, waarbij onschuldige leerlingen hun leven verloren. Jaren later werden deze woorden beter begrepen.
Net zoals de profeet Mohammed deed, toen Hij rechtstond bij het voorbijkomen van een begrafenisstoet. “O Mohammed, waarom staat U recht? Vroegen zijn vrienden. “De overledene is een Jood”; “En dan” antwoordde hij, “Hij is toch ook mens!”.
Het respect ten opzichte van elkaar groeit. Niet enkel omdat het een noodzaak is, maar ook omwille van het mooie ervan.
Daar waren vroeger vooral de hoofdstukken waar Allah zich richtte tot de moslims, voorrang kregen, krijgen vandaag ook de stukken die beginnen met “O mensen van het Boek” een belangrijkste plaats in de opvoeding.
De Kor’an zegt het volgende:
Bismillahirrahmanirrahim:
“Veltekoen mienkoem ümmetoen yed-oeyne ielelhayrie ve ye’moeroene bielma’roefie ve yenhewne aniel moenker; ve oelaa-ieke hoemoelmoefliehoeyn”
“En laat er een groep onder U zijn die tot goedheid aanspoort en tot rechtvaardigheid maant en het kwade verbiedt, dezen zijn het die zullen slagen”
Samen met alle partners van goede wil, -gelovigen, humanisten-, allen die de diversiteit respecteren en bekommert zijn om de maatschappelijke rechtvaardigheid kunnen we dit.
Fethullah Gülen, zegt het volgende:
“Er is een nood aan een soort verantwoordelijkheidsethiek, een soort planetaire verantwoordelijkheid; een verantwoordelijkheid voor de wereld met ons, rondom ons en na ons. We zijn allemaal verantwoordelijk voor onze omgeving, onze familie en ONZE wereld”.
Onze wereld heeft goede en slechte tijden gekend. Alles wat in die goede en slechte tijden gebeurde, was een daad van de mens. Alles begint bij de mens, bij ons dus. Na de wereld- en godsdienstoorlogen van de vorige eeuw en nu is dit mondiaal bewustzijn van wederzijdse toenadering dé grote uitdaging van het 3° millennium.
Het is hoog tijd onze intellectuele en maatschappelijke getto’s te verlaten, hoog tijd te herleren de andere te benaderen in zijn complexiteit en te respecteren in zijn verschillend-zijn, zonder toegevingen te doen in de fundamentele principes van rechtvaardigheid en gelijkheid.
We geloven er sterk in dat het bevorderen van de dialoog, en de toenadering tussen de verschillende gemeenschappen, een belangrijke aanleiding kan zijn voor het installeren van vrede en verdraagzaamheid.
We moeten de vreedzame basisprincipes van onze religies gebruiken om de extremisten te overweldigen. Op deze manier kan religie een deel van de oplossing zijn, niet de oorzaak van het probleem.